zondag 10 februari 2013

Megastallen voor varkens

Tal van partijen zijn betrokken bij de discussies over megastallen voor varkens.
Vanuit mijn werk ben ik op verschillende locaties geweest waar varkens gehouden worden. Onbevooroordeeld zijn is noodzakelijk om mijn werk goed te kunnen doen. Alle locaties heb ik dus met open vizier betreden.
Mijn conclusie is dat we met z’n allen gevangenen zijn van het systeem dat we zelf gecreëerd hebben in de afgelopen jaren. Er is niet één schuldige aan te wijzen, dus er is ook niet één partij die de verandering in gang moet zetten: dat moeten we met elkaar doen.
Varkens zijn van oorsprong vrolijke, nieuwsgierige dieren, die in de aarde willen wroeten en buitenlucht nodig hebben. Ze willen spelen en lekker lui op stro of in de zon liggen.
Dit wordt varkens binnen de reguliere varkenshouderij onthouden en wat je daar ziet zijn apathische, niet communicatieve, emotioneel afgestompte dieren met stress en een lage varkensmoraal. Het verschil tussen varkens die varken kunnen zijn zoals varken in wezen bedoeld is en varkens die binnen in grote stallen opgesloten zitten, is zo groot dat ik het aandurf om het te hebben over een nationale misdaad die we met z’n allen hebben laten ontstaan en toelaten. Het is nodig dat we met elkaar een denkslag maken en ingrijpen. Het komt niet alleen de dieren ten goede, maar ook de mensen die het vlees eten. Dieren vinden het niet erg om opgegeten te worden, maar het leven moet goed geweest zijn.
Piek Stor, dierentolk
www.piekstor.nl

dinsdag 29 mei 2012

"Samen-leven... zo moeilijk is het niet."

Op een dag zet iemand kip Maria bij ons aan boord. Het is meteen gezellig met haar. Ze trippelt overal rond, bekijkt alles, is maatjes met mens en dier, laat zich aaien en oppakken, zoekt een plekje op schoot of schouders, ligt voor de kachel of op de bank, trekt aan de ene kant van een stuk broccoli terwijl de cavia aan de andere kant trekt en legt elke dag een ei. Ze poept ook veel, ongeacht waar ze loopt. En ze wroet graag in het zaagsel van het hok van de cavia om vervolgens het zaagsel lekker tussen haar veren te gooien, waarna ze zich midden in de kamer gaat uitschudden. Ondanks haar gezellige gezelschap lijkt het het best om een meer kipvriendelijke plek voor Maria te zoeken. Ook omdat ze af en toe voor de oven staat. We hebben de indruk dat ze naar haar spiegelbeeld kijkt en wellicht andere kippen mist. Als Maria al een aantal weken gelukkig bij andere kippen woont (en vanaf de eerste dag de plaats naast de haan heeft ingenomen), spreek ik kippen in andere situaties. Ik word er niet bepaald blij van en om mezelf op te vrolijken, zoek ik weer contact met Maria en vertel haar van de andere kippen. “Je kunt de wereld niet redden,” reageert Maria en vervolgt: “Maar je kunt wel één kip redden. En als iedereen nou één kip redt…” Ik denk aan Maria’s afgebrande snavel, het dunne lijfje en haar grote eetlust. We weten niet waar ze vandaan kwam en ze heeft het me ook niet verteld. Maria houdt ervan om in het hier en nu te leven. Ik geef haar weer het beeld van legbatterijkippen en Maria zegt: “Daar moet je niet zijn.” “Maar veel zijn er wel.” “Die geven hun leven opdat de mensen inzicht krijgen. Het is een keus om als legbatterijkip te komen. Dit gaat net zo lang door totdat mensen ermee stoppen.” Maria laat zien dat ik geen medelijden met de kippen moet hebben, ondanks hun erbarmelijke situatie, maar dat mensen moeten kijken naar hun eigen gedrag: “Als dát verandert, hoeven de kippen niet meer in die situatie terug te komen.” Ze vertelt dat de bio-industrie ver is afgedwaald van hoe het zou moeten: samen-leven. “Zo moeilijk is het niet,” merkt ze opgeruimd op. (De verhalen van kip Maria zijn hier te lezen, in de maand februari van 2012.)

donderdag 19 april 2012

De jonge koeien in de wei

Op de ochtendwandeling met de hond kom ik zeven jonge koeien tegen. Ze staan naast elkaar in de wei bij het hek en ik ga er rustig bij staan.
‘Ik zou met jullie kunnen communiceren, als jullie dat zouden willen,’ zend ik.
Verbazing bij de koeien. Ik krijg meteen de indruk dat de boer geen prater is. Niet met de koeien, maar ook niet tegen de koeien. ‘Wat doen we hier?’ vragen de dieren. Er is een bedrukt gevoel bij ze.
‘Tja, wat jullie hier doen? Ik ben de boer niet, dus ik weet niet waarom hij jullie hier heeft neergezet, maar ik vermoed dat hij jullie hier heeft gebracht omdat de weilanden bij zijn boerderij vol zijn.’
De koeien geven het gevoel uit de kudde gerukt te zijn. ‘Ik kan me voorstellen dat dat zo voelt,’ zeg ik. ‘De oudere koeien zijn nog daar. Die geven melk en moeten dus dichtbij huis staan. Ik denk dat jullie hier staan om gezond en stevig op te groeien. In alle vrijheid. Moet je zien hoeveel wei jullie hier hebben in de uiterwaarden.’
Maar de jonge koeien lijken niet blij met de grote ruimte. De stal bood regelmaat, structuur, op vaste tijden hooi of kuilvoer en regelmatig aanwezigheid van mensen. Nu moeten ze zichzelf zien te redden en bijvoeren is er niet bij. Bovendien zijn ze onbeschermd. Er kunnen mensen met honden of vissers de wei in komen en er is geen boer om ze te beschermen. ‘Nee, dat moeten jullie inderdaad zelf doen,’ pep ik ze op.
Ze staan er wat belabberd bij. De een hoest regelmatig, de ander heeft de snotklodders uit haar neus lopen. Wat beter weer zou aangenamer zijn voor deze jonge dieren. Eigenlijk is het een beetje een triest groepje zoals ze er nu bij staan en ik denk aan de kranten waar foto’s van blij springende koeien in stonden die voor het eerst weer de wei in mochten dit jaar. Alle koeien zijn dus niet over één kam te scheren. De journalistiek rond dieren zou wel es wat genuanceerder mogen, glimlach ik.
Voor ik wegga, geef ik de koeien mee dat ze samen sterk staan en ik hoop dat ze hun vrije ruimte gaan waarderen. De lichting koeien die vorig jaar in de wei kwam, had diezelfde verwarring in het begin. Maar in de loop der weken en maanden waren ze uitgegroeid tot grote dieren die het naar mijn idee heel goed naar hun zin hadden. Met deze koeien gaat het vast ook wel goed komen.
Als ik tien minuten later met het fototoestel kom, staan ze gezusterlijk bij elkaar naar iets te kijken. Samen sterk!

zondag 15 januari 2012

Filmpje met koeien, een haan en een stier

In dit filmpje komen wat jongere koeien aan het woord en laat een haan ons weten dat hij de baas is.
Ik leg een jonge stier, die nog niet heeft mogen doen waar hij voor is, uit dat zijn tijd nog komt...

Wederom met dank aan Petra, die filmde.

donderdag 29 december 2011

In gesprek met koeien in de wei


In gesprek gaan met dieren heeft me verrassende inzichten opgeleverd.
In november is het boek "In de Stilte hoor je alles - Piek Stor in gesprek met dieren" uitgekomen. Daarin staan onder andere de hoofdstukken 'Eten en gegeten worden' en 'Slachtingen'.
Heftige onderwerpen om aan te snijden met dieren, maar wat een andere uitkomsten dan ik had gedacht!

Petra Maartense en ik zijn afgelopen jaar op bezoek geweest bij koeien en Petra heeft o.a. op film vastgelegd wat deze koeien vertelden over vlees eten.
Dit stukje film hebben we 21 december voor het eerst vertoond op de boekpresentatie in restaurant Zenne in Rotterdam. Nu staat het op deze blog en op YouTube.

Boeken kunnen besteld worden door een mail met naam en adres te sturen naar:
happy.view@xs4all.nl en het bedrag (€25,- + €3,- p&p) over te maken naar
giro 8029936 tnv Happy View te Utrecht.

maandag 31 oktober 2011

Varkens uit de intensieve varkenshouderij

Een tijd geleden werd ik gebeld door dierentolk Gerrie Huijts met de vraag of ik wel eens met varkens had gepraat. Meteen kwam een mooie herinnering bij me op: twee varkens die speels en nieuwsgierig waren, volop genoten van de grote ruimte die ze buiten hadden en waar ze wel meer varkens bij wilden hebben om nog meer plezier mee te kunnen maken. Deze twee varkens vertelden dat ze het woonhuis wel in wilden. Ze wilden wel eens zien wat daar allemaal te beleven was. Hun nieuwsgierigheid en vrolijkheid kende geen grenzen.
Maar Gerrie bedoelde andere varkens: varkens uit de intensieve veehouderij.
Haar was gevraagd of ze wilde tolken in verband met een groot artikel voor een blad. Ze legde het de varkens voor en die vertelden dat ze mij er ook bij wilden hebben. Een paar dagen voor we naar het bedrijf zouden gaan, bleek het interview voor het artikel naar een later stadium verplaatst. Zodoende was ik de enige tolk die samen met Stef Freriks naar het bedrijf ging.

Bij de koffie in de keuken had ik een paar vraagjes. Een van de vragen was wat de varkens de hele dag deden. Het verbaasde me dat het antwoord ‘niets’ was. Een andere vraag was hoeveel varkens in één hok zaten. Dat zou ik wel zien als we daar waren.
De boer had voornamelijk één vraag: Waarom waren er ‘oorbijters’ en wat kon daaraan gedaan worden. Hij wilde het liefst meteen naar die varkens, maar het leek mij beter om eerst naar de oudste varkens te gaan.
We kwamen in een ruimte waar veel drachtige varkens binnen hekken stonden. Het was verdeeld in twee groepen en door de manier van hekken plaatsen, waren er gangetjes en paadjes. Ik ging, in overall en met laarzen van de boerderij, voor het hek zitten en meteen kwamen er grote snuffelende snuiten naar me toe. Het eerste dat ik hoorde was dat ze frisse lucht wilden. Ik wist niet zeker of dat hun wens was of de mijne, maar al gauw begreep ik dat zij graag naar buiten zouden willen. Ze weten dat het niet kan, maar er was een groot verlangen om de muur door te breken en de frisse lucht in te gaan. Het volgende was dat er verdeeldheid was onder de varkens. Ze wilden meer ruimte en er was niks te beleven. Doordat ze zo dicht op elkaar zaten, dag en nacht, was er spanning en stress. Iedere keer als er ergens onenigheid te horen was, voelde ik dat in mijn lijf. Dat soort gevoelens zijn niet van mij, maar van de varkens. Het zette zich vast in mijn lichaam. Dus ook in hun lichaam.

Er waren vier voerstations waar de varkens gedoseerd voedsel uit kunnen halen dankzij een computer. Ik begreep van de varkens dat je moet zorgen dat je erbij bent. Er is duidelijk een rangorde. Ik voelde een haat en nijd onderling die ik niet kon rijmen bij het wezen van varkens. ‘Het is niet rustig,’ zeiden ze.
‘Wat zouden jullie willen?’ vroeg ik. Ze wilden naar buiten. Ruiken, al hun zintuigen gebruiken, in de grond wroeten en door modder rollen.
De vrouw van de boer zat naast me gehurkt. Zij staat niet achter deze manier van varkens houden en uit zelfbescherming komt zij nooit in de stallen. Voor deze gelegenheid was ze wel meegegaan. Zij kan ook met dieren communiceren en ze hoorde dat de varkens aandacht wilden. Ik hoorde dat de aandacht onderling strijd oplevert en vroeg wat de varkens van deze vrouw wilden. Ze lieten me zien dat ze haar als een groep zouden ontvangen als ze er zou zijn en haar warmte, aandacht en energie zouden weldadig voor hen zijn. Deze dieren wilden heel graag gezien en gewaardeerd worden! Als tegenprestatie zouden ze haar hun dankbaarheid tonen. En zulke dankbaarheid is niet zomaar dankbaarheid, maar intense dankbaarheid.
Ondertussen had ik mijn zakdoek nodig vanwege de intense gevoelens die de varkens doorgaven en de vrouw keek me aan met een blik: ‘Begrijp je nu waarom ik hier nooit kom?’

Daarna gingen we naar de kraamkamer. In hokken lagen moedervarkens onder een booghek. Ze konden staan, liggen en iets naar voren lopen om bij het eten te kunnen. De moedervarkens lagen er over het algemeen rustig bij. De jonge biggen schoten alle kanten op bij bewegingen of geluid.
De eerste indruk was dat deze varkens tevreden waren in hun moederschap. Ze zagen het als hun taak om de jongen te voeden en groot te brengen en dat wilden ze ook doen. Pas later begreep ik dat de eerste groep zeugen niet zo’n duidelijke taak had waarmee ze bezig konden zijn.
Bij deze varkens werden een aantal vragen gesteld. Waarom was de varkenspest juist in dit gebied ontstaan? Ik kreeg door dat het een waarschuwingssignaal was dat niet was opgepikt. Het aantal varkens in deze regio groeit maar door.
Op de vraag of alle inentingen nodig zijn die een varken per cyclus krijgt, zag ik dat dit een monocultuur is. Heel onnatuurlijk en volgens de varkens kan het in deze cultuur niet zonder inentingen.
Wat vonden de biggen van hun castratie? Hun vruchtbaarheid zouden ze niet nodig hebben, begreep ik van ze, dus met castratie hadden ze niet zo’n probleem. Maar dat de staartjes werden afgeknipt was wel erg. Ik kwam er niet goed achter waarom een staart zo belangrijk is. Ja, je knipt ook geen arm af bij mensen. De vrouw van de boer maakte gebaren van haar buik naar haar hart, waarmee ze aan wilde geven dat ze voelde dat een heel stuk van hun wezen inkromp door deze verminking. Dat gevoel van geen varken kunnen zijn zoals varken bedoeld is, had ik door alle dingen heen ook gevoeld.
Toen werd me gevraagd de varkens voor te leggen hoe ze de toekomst van de varkenshouderij zagen en ik hoorde dat het ‘out of time’ zal worden. In een nieuwe, bewuste wereld is deze vorm van varkens houden, deze monocultuur, helemaal niet aan de orde.

Als laatste gingen we naar ‘de oorbijters’. Een aantal groepen grotere biggen zaten in hokken naast elkaar. De varkens renden bij onze binnenkomst massaal in één hoek. Hun nieuwsgierigheid won echter al gauw van hun wegkruipen. Binnen een minuut stond de eerste aan mijn hand te snuffelen en volgden er meer.
Ik kreeg meteen verveling en destructief gedrag door. Het deed me erg denken aan een schoolklas waar kinderen met z’n allen tegen één gaan. Die ene, in dit geval een of meer varkens, kan nergens heen. Ze kunnen zich niet ergens verstoppen of even uit de situatie weg gaan. Er is geen verweer mogelijk en geen afleiding voor de ‘pestkoppen’.
Hier zag ik dat het een zegen is dat de staarten er al vroeg afgeknipt worden. Want in deze groepen, met zo’n lage varkensmoraal, zouden de staarten er afgebeten worden. Het zou naast de oren het enige hangende zijn dat je lekker kunt vastpakken.
Het schijnt dat deze gehavende varkens niet veel opbrengen vanwege het grote aanbod aan varkens. Dus ze gaan allemaal vervroegd naar de slacht en leveren de boer niks op. Een economische strop. De boer en Stef vertelden dat de meeste boeren niet eens meer quitte draaien, alleen maar verlies. Een muurvaste situatie, waarin iedereen in een wurggreep zit. Zowel de mensen als de varkens.
Wat deze varkens misten, was een groter varken, een voorbeeld. Ik legde de boer uit dat het net zo is als een nest kittens: die leren de eerste weken ook veel van hun moeders. Deze varkens moeten dat allemaal ontberen en kunnen dus nooit opgroeien tot evenwichtige varkens. Eigenlijk zou je kunnen spreken van psychische verminking.
Ik had geen enkel ‘onderhandelingspunt’ naar deze dieren waarmee ik ze zou kunnen verleiden te stoppen met het bijten in elkaars oren. Als er niks aan de leefsituatie verandert, kan ik ze niet vragen hun gedrag te veranderen. De verveling en het misdragen blijft.

Persoonlijke toevoeging:
Ik heb neutraal en onbevangen contact met de varkens gehad en hun boodschap kunnen ontvangen.
Het is duidelijk dat deze vorm van varkens houden niet hun welzijn bevordert.
Wat deze varkens vragen, is warmte en aandacht. Ze willen gezien worden.
Vandaar mijn vraag of jullie (in meditaties of gebed) regelmatig aan deze varkens willen denken en ze aandacht, licht en energie willen sturen.
Daaraan verbonden zitten natuurlijk de boeren en hun gezinnen, die het ook heel zwaar hebben.
We hebben er met elkaar een onevenwichtige wereld van gemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat energetische aandacht een positief effect heeft.
Zie het maar als een (energetisch) kaartje sturen naar gevangenen. Het lijkt klein, maar het effect kan groots uitpakken.